Ons eerste nummer bevatte onder andere onderzoek naar bestaande commoning-praktijken in Utrecht, uitgevoerd door de tweede (Un)usual Business-onderzoeksgroep, die in 2014 en 2015 aan dit project werkte. Een derde onderzoeksgroep heeft van oktober 2015 tot februari 2016 dit onderzoek voortgezet, door casestudy’s te verrichten naar verschillende initiatieven die het potentieel hebben voor commons-gebaseerde praktijken. Deze journal bevat een selectie van de casestudy’s en onderzoeken die zij hebben ondernomen. Met de lancering van onze nieuwe website kunnen we nog beter toegang bieden tot het onderzoek van (Un)usual Business, lokale commoning-praktijken zichtbaarder maken, en onze bevindingen op een meer interactieve manier delen. We hopen dat de website – een toegankelijk archief van lokale praktijken en theorie over de commons – ook andere potentiële commoners activeert en inspireert om zich aan te sluiten bij de initiatieven die ze daar vinden, of om zelf hun levens te commonen.

Maar we zijn ambitieus, en altijd al bezig met de volgende stappen. Wat kunnen wij praktisch bijdragen aan onze droom van een wereld waarin sociale en economische relaties zijn gebaseerd op zelforganisatie, zorg, solidariteit en duurzaamheid? Sinds we dit jaar deze visie hebben geformuleerd, begonnen de cruciale vragen waar we ons mee bezighielden bijna altijd met het woord 'hoe'. Hoe te commonen? Hoe onze kennis te delen? Hoe visualiseer je sociale relaties? Hoe deel je kennis op een manier die niet alleen omschrijft, maar ook politiseert? Hoe deel je kennis op een toegankelijke manier? 

Hoe, hoe, hoe…

Bestaanspolitiek is geen model, het is een proces. De belangrijkste stap is de eerste stap. Veronika Bennholdt-Thomsen & Maria Mies (1999: 220)

Het bestaansperspectief

Bestaanspolitiek houdt zich bezig met concrete politieke en economische zelfemancipatie van individuen op specifieke plaatsen en in hun gemeenschappen. Hun levens horen niet te worden bepaald door een abstracte politieke supermacht, ver van hun bed. Ze moeten zelf hun levens kunnen vormgeven, vanuit eigen kracht, samen met hun gelijken.
– Veronika Bennholdt-Thomsen & Maria Mies (1999: 220)

Via het werk van J.K. Gibson-Graham hebben we ons begrip van de economie kunnen verbreden, als iets dat meer omvat dan alleen kapitalistische relaties. Het begrip gemeenschapseconomieën biedt ons verschillende manieren om verhalen over nieuwe economische structuren te verbeelden, te visualiseren en er handelingsperspectief aan te ontlenen. In mei 2015 hebben we Inez Aponte, oprichter van het collectief Growing Good Lives, uitgenodigd om in Utrecht de lezing Transforming the Dismal Science – Towards a New Story of Economics en de workshop Beyond the Usual Suspects te geven. Ze benadrukte daar dat woorden de macht hebben om te vormen wat we voor (on)mogelijk houden, en dat het oude verhaal over kapitalisme zijn tijd heeft gehad. Net als veel andere schrijvers zijn wij ervan overtuigd dat de commons en gemeenschapseconomieën een sterk, alternatief narratief bieden voor de heersende opvatting die de economie als puur kapitalistisch ziet.

Beyond the usual suspects, foto door Dennis van Gaalen

Inez Aponte - Workshop Beyond the Usual Suspects (mei 2015), Foto door Dennis van Gaalen

De uitdaging zit hem in de volgende stappen. Hoe kunnen we duurzame relaties opbouwen met degenen met wie we hebben samengewerkt voor ons onderzoek? Hoe kunnen we een gemeenschappelijke basis vinden, en het verlangen aanwakkeren om verschillende economische terreinen en initiatieven met elkaar te verbinden om elkaar te versterken? Hoe kunnen we op grotere schaal met de potentie van gemeenschapseconomieën experimenteren, om een gemeenschapseconomie met diverse gemeenschappen op te bouwen? Is het mogelijk om een bestaanspolitiek te praktiseren, zoals Maria Mies en Veronika Bennholdt-Thomsen voorstellen in hun boek The Subsistence Perspective (1999)?

'Bestaan' verwijst volgens Mies en Bennholdt-Thomsen naar 'alles dat verband houdt met de onmiddellijke creatie en het onderhouden van het leven, en alles dat niet geregeld wordt via de productie of consumptie van handelswaar.' In de ijsberg-visualisatie van J.K. Gibson-Graham kunnen we bestaansproductie herkennen in het gedeelte van de ijsberg dat onder water ligt: niet-kapitalistisch, verborgen, ondergewaardeerd en bedreigd door uitbuiting. Het doel van bestaansproductie is het leven in stand te houden, terwijl handelswarenproductie als doel heeft om winst uit het leven te wringen. Mies en Bennholdt-Thomsen erkennen de noodzaak van een nieuw sociaal en economisch perspectief, en pleiten voor het bestaansperspectief, dat ze een 'perspectief van onderaf' noemen. Het perspectief van bovenaf richt zich in hun optiek op 'permanente groei van goederen, diensten en geld'. Een perspectief van onderaf begint vanuit onze dagelijkse levens en alledaagse politiek. Dit fungeert als een manier om het perspectief van bovenaf te 'demystificeren', en bloot te leggen dat dit perspectief alleen een toekomst ziet voor een bevoorrechtte minderheid, 'ten koste van anderen: de natuur, andere mensen, vrouwen en kinderen'. Het bestaansperspectief baseert zichzelf op controle over onze bestaansmiddelen: controle over hoe we voedsel produceren en consumeren, hoe we voor onze kinderen zorgen en hoe we leven.

Als onderzoekscollectief dat kennis beschouwt als onze gedeelde hulpbron zien we het bestaansperspectief als een manier om ons werk verder te politiseren. Het stelt ons in staat om praktijken van commoning niet alleen te beschrijven en te visualiseren, maar ook om een bredere utopische horizon te schetsen waar we actief stappen naartoe zetten met ons onderzoek. Collectieve kennisproductie, zowel onderling als samen met andere commoners, en zorgvuldige bemiddeling tussen praktijk en theorie zijn cruciaal om onze toekomstvisie te realiseren. We zijn het met Mies en Bennholdt-Thomsen eens dat een bestaansperspectief geen blauwdruk is: er zijn geen stap-voor-stap instructies. En ook wat betreft een politieke strategie voor levensonderhoud zijn we het met hen eens: 'bestaanspolitiek is geen model, het is een proces. De belangrijkste stap is de eerste stap.'

Preguntando caminamos (al vragende wandelen wij) Inheemse Zapatistas in de jungle van Zuidoost Mexico

How to get together?

Met onze How To Get Together-reeks hebben we een eerste stap gezet om lokale groepen die zich organiseerden rond voedsel, zorg en huisvesting fysiek bij elkaar te brengen. Tijdens deze evenementen presenteerden zij hun initiatieven, deelden zij hun kennis en diverse praktijken, de successen van hun inspanningen en de uitdagingen waar zij voor stonden. Ons voornaamste doel met het organiseren van deze serie was het ontmoeten van andere zelforganiserende initiatieven: om samen te komen, te praten, en onze kennis, ideeën en dromen te delen. We wilden collectief overeenkomsten in verschillende praktijken ontdekken, zowel succesvolle strategieën als organisatorische uitdagingen. Een tweede doel was om het begrip van lokale alternatieve economische activiteiten te verbreden. Een onderliggende motivatie was bovendien om een proefballon op te laten en te kijken of er animo was onder commoners en hun initiatieven om samen te werken in een groter bestaansnetwerk.

Voor de drie sessies in de How To Get Together-reeks hebben we zeven zelfgeorganiseerde initiatieven uitgenodigd: voedselcollectief VOKO Utrecht VOKO Utrecht VOKO Utrecht is een voedselcollectief in Utrecht, toegankelijk voor alle Utrechters. Het VOKO heeft als doel vers, natuurlijk en lokaal voedsel geproduceerd voedsel beschikbaar maken tegen een eerlijke prijs en een groene gemeenschap te creëren met hechte banden tussen boer en verbruiker. Alle taken worden ...  en activisten tegen voedselverspilling Taste Before You Waste Taste Before You Waste Utrecht Taste Before You Waste is oorspronkelijk een Amsterdams initiatief, opgericht in november 2012, dat zich richt op het tegengaan van voedselverspilling. Hun doel is om consumenten bewust te maken van de enorme hoeveelheid eetbaar voedsel die wij als maatschappij dagelijks weggooien en om informatie te ...  presenteerden hun initiatieven tijdens How To Make Food Together. Kleinschalig buurtcentrum het Ubuntuhuis Ubuntuhuis Het Ubuntuhuis is een kleinschalig buurthuis in zelfbeheer voor en door mensen die te maken hebben (gehad) met dakloosheid, armoede, psychiatrie of leven zonder verblijfspapieren. Er zijn praktische en sociale activiteiten in samenwerking met vrijwilligers. Stichting Ubuntuhuis bestaat sinds 2011 en is gevestigd in Utrecht ... , dat mensen ondersteunt die te maken hebben met dakloosheid, armoede en isolatie, en het collectieve kinderopvanginitiatief De Oase De Oase De Oase is een ouderparticipatiecrèche (OPC) voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Dat betekent dat de crèche samen met andere ouders de zorg dragen voor een goede, vertrouwde en veilige opvang voor de kinderen. De Oase heeft geen betaald personeel. Er is dus ook ...  deelden hun werk tijdens How To Care Together. We sloten de serie af met How To Live Together, waar woongroep De Kasko De Kasko , zelf-gerealiseerd woonproject De Zonnespreng De Zonnespreng Zonnespreng is een woonproject in Driebergen geïnitieerd in 1999. De oplevering van de eerste woningen vond plaats in het voorjaar van 2010. De twintig huishoudens bestaan uit 1, 2, 3, 4 of 5 personen. Onze jongste bewoner is zeven, de oudste ver in de zeventig. ...  en kraakpand Jeltje kwamen spreken over hoe en waarom ze leven zoals ze leven.

How To Care Together (december 2015),  Foto: Coco Duivenvoorde

How To Care Together (december 2015), Foto door Coco Duivenvoorde

How To Live Together (januari 2016), Foto: Dennis van Gaalen

How To Live Together (januari 2016), Foto door Dennis van Gaalen

De sessies bevestigden de inspirerende verscheidenheid aan succesvolle bestaande commoning-praktijken over het hele economische spectrum. Ze bewezen ook dat het effectief is om iets nieuws op te bouwen: als mensen de manier waarop ze leven, wonen en consumeren willen veranderen kan hun collectieve toewijding grote impact hebben op een kleine schaal. Tegelijk werden we ermee geconfronteerd dat het schijnbaar onmogelijk is om volledig autonoom van de markt of de staat te functioneren. Het collectieve kinderopvanginitiatief De Oase had moeite om te voldoen aan de strikte eisen die de overheid stelt aan hun werk. VOKO Utrecht, een voedselcollectief dat gezamenlijk lokale producten inkoopt binnen een straal van 35 km rond Utrecht om ze onder hun leden te verspreiden, moest erkennen dat lokale producenten niet genoeg kunnen produceren in de regio om de hele stad te voeden. Woordvoerster Winny wees ons erop dat mensen in de huidige situatie afhankelijk blijven van de markt, omdat regionale voedselproductie in bepaalde behoeften simpelweg niet kan voorzien.

Voor duurzame verandering is een verschuiving in het culturele en economische paradigma cruciaal. Of zoals Inez Aponte het verwoordde: een verandering in het heersende verhaal dat we onszelf vertellen over de economie. We voorzien bovendien moeilijkheden voor initiatieven om voorbij hun eigen gemeenschap te kijken, vanwege verschillen in focus en de hoeveelheid werk die er gaat zitten in het onderhouden van de organisatiestructuur en relaties van hun voornamelijk door vrijwilligers gedragen initiatieven.

Deze observaties sterken ons in de overtuiging dat we dieper moeten reflecteren op wat de noodzakelijke volgende stappen zijn om een lokale, alternatieve economische structuur op te bouwen die in onze dagelijkse basisbehoeften kan voorzien. Het lanceren van onze nieuwe website kan ons helpen de veelheid aan economische alternatieven die Utrecht te bieden heeft verder te verkennen via onderzoek en bijeenkomsten. Wij geloven dat we kunnen bijdragen aan saamhorigheidsgevoel, en denken dat ons werk in die zin een vorm van bestaanspolitiek is. Maar we kijken verder dan dat: aan de horizon zien we de mogelijkheid van een grotere lokale gemeenschapseconomie, die de verschillende gemeenschapseconomieën die we onderweg tegenkomen kan verbinden.

We zetten nu de eerste stappen, en het is nog onduidelijk waar de weg ons zal leiden. Wat zeker is, is dat we andere commoners nodig hebben om collectief te bedenken hoe onze toekomst er uit kan zien. Dit journal toont opnieuw aan hoe economisch divers Utrecht is, maar de vraag ‘how to get together’ blijft open staan. Zoals de inheemse Zapatistas in de jungle van Zuidoost Mexico zeggen: ‘Preguntando caminamos’ (al vragende wandelen wij). Zo zien wij dat ook. We hebben nog niet alle antwoorden, maar we blijven desondanks wandelen.

Koppelting festival - UB presentatie Commoning in het wild  (augustus 2016), Foto: Eline Wieriks

Koppelting festival - UB presentatie Commoning in het wild (augustus 2016), Foto door Eline Wieriks


Dit artikel is gepubliceerd in het (Un)usual Business journal Utrecht Meent Het #2 (september, 2016).