Op het eerste gezicht lijkt de hedendaagse samenleving weinig aanmoediging te bieden om 'een commoner te zijn'. Toch tonen de artikelen in deze editie van (Un)usual Business aan dat de mogelijkheid om onze commoning-vaardigheden te oefenen binnen handbereik ligt. Als we er op letten, zien we overal om ons heen commoning-praktijken. Dan zien we dat commoning op elke schaal plaatsvindt. Op huishoudelijk niveau door woongroepen die experimenteren met gemeenschappelijke vormen van samenleven, op buurtniveau met Repair Cafés, en op stedelijk niveau via steunnetwerken voor vluchtelingen die op hun beurt verwikkeld zijn met het mondiale niveau. Deze fascinerende verkenningen kunnen we als beginpunt gebruiken om ons voor te stellen hoe commoning kan dienen als 'post-kapitalistische politiek' voor onze tijd – een politiek die alledaagse participatie aanmoedigt in ethische onderhandelingen die er toe doen:
Wat doen we met die kapotte elektrische koffiemolen? Weggooien, en zo bijdragen aan de uitdijende afvalbergen waar onze maatschappij in verdrinkt? Of met elkaar rond de tafel gaan zitten en samen te leren hoe we hem kunnen repareren en hergebruiken?
Hoe gaan we om met diegenen wiens levens in 'hun plaats' onhoudbaar zijn gemaakt door geweld en economische depressie en die nu onderdak zoeken in Europese steden als Utrecht? Negeren en wegkijken, en culturele verschillen als excuus naar voren schuiven voor harteloosheid? Of samen koken en een maaltijd delen, verbindingen maken en reflecteren op de contingenties van de geschiedenis die sommige geboorteplaatsen in de wereld 'veilig' en anderen (hopelijk tijdelijk) onleefbaar maken?
Het idee dat we samen een commons maken en delen is relevanter dan ooit
Van het micro-niveau van persoonlijke consumptiekeuzes tot het mondiale niveau van massabewegingen van ontheemde mensen, is het idee dat we samen een commons maken en delen relevanter dan ooit. Maar als we de uitdagingen van klimaatverandering, economische kwetsbaarheid en terrorisme met veerkracht het hoofd willen bieden, moeten we nog bedrevener worden in commoning. Dat betekent dat we bekwamer moeten worden in het nemen van verantwoordelijkheid, zorg dragen voor elkaar, onze maatschappelijke baten te delen en toegang te bieden tot datgene dat ons collectief in stand houdt.
Er staan veel dingen in de weg van dit soort capaciteitsontwikkeling. Eén daarvan is de angst iets te verliezen, met name controle – controle over de afstandsbediening, controle over de betrouwbaarheid van het apparaat, controle over de uitstraling van de straten van de stad, of controle over de vorm en richting van de economie. De praktijk van commoning neemt voor lief dat controle altijd een hersenschim zal blijven, dat veiligheid en stasis nooit meer dan een kortstondige romance kunnen zijn, en dat geweld en onderdrukking op de loer liggen zodra die romance werkelijkheid wordt. In een huishouden waar de regels niet onderhandelbaar zijn, een land waar de grenzen hermetisch zijn afgesloten, een maatschappij waar groei en materiële consumptie verplicht zijn – daar is de politieke ruimte opgeheven. Het proces van commoning wijst controle terug op zijn plaats, als iets dat altijd maar vluchtig bevat kan worden in wereld van verandering, van beweging en van een gezamenlijk worden van iets anders.
Een tweede ding dat capaciteitsontwikkeling voor commoning in de weg staat is het idee dat er simpele, top down oplossingen bestaan voor complexe problemen die vragen om delicate, empathische en gefundeerde onderhandelingen. Dat kan gaan om gemeenschappelijk leven en besluiten hoe huishoudelijke taken eerlijk verdeeld kunnen worden. Het kan raken aan de vraag of samenleven in een stadsomgeving en verschillen in gedrag en geloof te leren waarderen. Het zou kunnen betekenen dat we onze gehechtheid aan nieuwheid onder ogen leren zien en leren te hergebruiken en herwaarderen. De onderhandelingen die bij commoning komen kijken zijn niet per se eenvoudig. Alleen door oefening kunnen ze eenvoudiger worden. Deze artikelen geven een glimp van wat er bij een dergelijke praktijk komt kijken. Ze laten zien dat het werk dat bij commoning komt kijken een hoop vreugde, plezier en goed gevoel met zich meebrengt.
Dit artikel is gepubliceerd in het (Un)usual Business journal Utrecht Meent Het #2 (september, 2016).