De docent ging niet echt in op de handen uit de zaal maar nam aan dat onze keukens er beter uitzagen dan het schrikvoorbeeld. Hij vroeg ons naar hoe wij onze gemeenschappelijke ruimtes, onze commons, organiseerden. Hadden we bijvoorbeeld schoonmaakroosters, een boetesysteem? Veel studenten antwoordden bevestigend, in onze keukens hingen roosters en waren er afspraken die het gebruik van de gemeenschappelijke ruimten reguleerden. De bekende, Nobelprijs winnende econome Elinor Ostrom doorbrak het destijds heersende paradigma in de economie en milieukunde dat stelde dat mensen niet hun eigen gemeenschappelijke bezitten konden reguleren en dat er altijd regulatie van bovenaf nodig zou zijn (uit het bekende essay over the Tragedy of the Commons van Garrett Hardin). Volgens Ostrom kunnen groepen mensen kunnen dit onder goede omstandigheden uitstekend zelf doen.
Ostrom, E. (2015) Governing the commons. Cambridge, United Kingdom, Cambridge University Press
Alle foto's in deze story zijn gemaakt door Maartje Oostdijk. Bekijk de volledige serie hier.
Samen leven
De Klopvaart
De Klopvaart
De Klopvaart Centraal Wonen is een vorm van groepswonen waarbij de bewoners ervoor kiezen om een aantal voorzieningen met elkaar te delen en gezamenlijk verantwoordelijk te zijn voor de woonomgeving. CW Klopvaart is een project dat voor en door de bewoners is opgezet. Na jarenlange ...
is een voorbeeld van zo’n zelfgeorganiseerde ‘commons’ in Utrecht. De Klopvaart is een woongroep met circa 85 volwassenen en 15 kinderen en bevindt zich in de wijk Overvecht, te Utrecht. Een aantal nabijgelegen appartementencomplexen en een gemeenschappelijke binnentuin geven ruimte aan een interessante manier van samenleven. Van de buitenkant is weinig te zien van deze alternatieve vorm van samenleven en de vormgeving van deze manier van samenleven verschilt van de vele andere uiterlijk uniforme appartementencomplexen in de wijk. Ik sprak er met Dirk (29) en Hanz (60) die beiden een eigen woonruimte hebben in twee verschillende huizen op de Klopvaart.
Wat onderscheidt nu een woongroep van de chaos van het studentenhuis? Dirk wijt het aan ‘commitment.’ In zijn ogen zijn de mensen die zich bij de Klopvaart aansluiten gelijkgestemden en daardoor meer betrokken. Na genoeg te hebben van de tragedie die plaatsvond in de gemeenschappelijke ruimtes van zijn studentenhuis was Dirk op zoek naar een andere manier van samenleven met anderen. Immers, in een studentenhuis worden mensen samen geplaatst uit (economische) noodzaak en in een woongroep is het ieders individuele keuze om samen met anderen te leven. Zelfs een wasknijper systeem met namen van de huisgenoten om de vaat te markeren was niet afdoende om ´spookvaat´ te voorkomen, de nonchalance van de medehuisgenoten was zichtbaar. Er ligt weinig vast binnen de Klopvaart en mensen steken naar eigen inzicht tijd in de woongroep. Hoewel er volgens Dirk weinig echt verplicht is voelt hij wel dat er van iedereen verwacht wordt bij te dragen.
Het zijn de fysieke ruimtes waar de regels en middelen voor het delen zich ontwikkelen Stavros Stavrides (vrij vertaald)
Er zijn vier clusters van huizen op de Klopvaart en elk cluster bestaat uit drie huizen. Ieder huis is weer in andere wooneenheden onderverdeeld en elke wooneenheid kent andere gebruiken. Als ik Dirk vraag wat er wordt gedeeld binnen de Klopvaart dan antwoordt hij: ‘vooral een hoop praktische dingen’. Hij doelt voornamelijk op de fysieke ruimtes van de klopvaart. Volgens de Griekse theoreticus Stavros Stavrides zijn het nou juist die fysieke ruimtes waar de regels en middelen voor het delen zich ontwikkelen, en ze zijn daarom cruciaal in dit verhaal. Het huis van Dirk bijvoorbeeld deelt een gemeenschappelijke woonkamer en keuken. Ik loop met Dirk naar de gemeenschappelijke woonkamer en keuken. Er staat nog een kerstboom, veel meubilair, veel gezelschapspellen en ander speelgoed. Dirk mompelt: ‘Ja, de woonkamer is eigenlijk wel een beetje de ruimte van het gezin’. De keuken is netjes en schoon en bevat vele soorten servies van de verschillende bewoners van dit huis. Hanz deelt zijn keuken met een jongere man die op dezelfde verdieping woont. Hij zegt dat het voor hem is alsof hij de keuken deelt met zijn zoon. Terwijl ik in de krappe ruimte die de gang mij geeft een foto probeer te maken van de nette, gezellige keuken, roept Hanz vanuit de woonkamer dat het typerende aan zo’n keuken de twee koelkasten zijn. Hij heeft gelijk en zo goed en kwaad als het gaat probeer ik beide koelkasten in mijn frame te krijgen.
Stavrides, S. (2016) Common Space: The City As Commons. London, Zed Books Limited
Vergeleken bij de kibboets, een collectieve landbouwnederzetting in Israël, waar Hanz ooit 14 jaar woonde vindt hij het wonen op de Klopvaart ´kinderspel´. Zijn deur kan hier twee weken op slot zitten en niemand zou hem hier op aanspreken. In de kibboets, waar zijn volwassen kinderen nog steeds wonen werd er meer van je verwacht. Iedereen had taken, men werkte samen, er moest in het levensonderhoud worden voorzien. Iedereen verdiende er ook hetzelfde. Hanz is blij met de woongroep waar hij nu zo’n drie à vier jaar woont, al laat hij af en toe ook onvrede doorschemeren. Er zijn ook mensen bij die minder bijdragen en die hier niet op worden aangesproken. ´Er zijn hier geen sancties voor, het wordt geaccepteerd´.
(Un)usual Business notitie: Moet iedereen evenveel tijd bijdragen, of delen in alle taken om een commons in stand te houden? Is er sociale controle nodig om te garanderen dat mensen genoeg bijdragen?
Echter, later in het gesprek nuanceert Hanz deze uitspraken weer, immers het zou om ongeveer 15% van de mensen gaan die minder bijdraagt dan dat er eigenlijk van ze wordt verwacht. Ook laat Hanz weten dat er mensen zijn die zich gedurende de jaren meer hebben toegeëigend dan dat eigenlijk eerlijk zou zijn.
Ze zetten meer hun stempel op gemeenschappelijk bezit dan anderen, nemen bijvoorbeeld meer fysieke ruimte in dan anderen of dragen minder bij aan de gemeenschappelijke taken. Hier is geen procedure voor vastgelegd, hoogstens zou een klacht kunnen worden ingediend bij het bestuur. Geen van de voorbeelden die Hanz noemt zijn ernstig maar ze zijn wel reden voor mensen om door te verhuizen naar een ander huis binnen de Klopvaart, of om bij de Klopvaart weg te gaan.
De wettelijke vorm van de woongroep is een vereniging. Iedereen die besluit bij de Klopvaart te gaan wonen wordt dan ook geacht zich aan te sluiten bij een commissie. Afbeelding 1 laat de structuur zien van de verschillende commissies in de woongroep. Toen de woongroep werd opgericht in 1984 was er sprake van twee commissies (de beheer- en wachtlijst commissies). Deze zijn met het groeien van de woongroep uitgebreid. Zo is er nu ook een commissie voor de huur/verhuur en een voor de informatiemiddag voor geïnteresseerden. En er is sprake van commissies die minder gelieerd zijn aan de twee oorspronkelijke commissies, zoals bijvoorbeeld het voedselcollectief (VoCo) waar Dirk bij aangesloten is.
Hanz brengt met de commissie ‘klopper’ drie maal per jaar een blaadje uit dat voornamelijk is gevuld met verhalen van bewoners. Er is een gemeenschappelijke tuin en een gemeenschappelijke projectruimte, het beheer hiervan wordt georganiseerd door de desbetreffende commissies.
Afbeelding 1: Structuur van de verschillende commissies binnen de Klopvaart
De VoCo heeft een eigen winkeltje in één van de complexen van de Klopvaart waar Dirk me rondleidt, er worden geen verse groenten en fruit verkocht, wel zijn alle producten biologisch: Biocrackers, rijstwafels, quinoa en meer. Dirk wijst op een weggeefkast en het kerstpakket voor alle vrijwilligers wat ze hebben gemaakt. Op de grond liggen pompoenen met kaartjes met daarop de naam van de vrijwilliger en een bedankje. Op twee mensen na wonen de vrijwilligers van de VoCo op de Klopvaart.
De woongroep heeft zijn eigen construct en verschillende niveaus van organisatie. Zo zien de commissies met eigen regels toe op het schoonhouden van en respectvol behandelen van de gemeenschappelijke ruimtes (winkel van de VoCo, projectruimte en tuin). Op een hoger niveau communiceert het bestuur direct met de verhuurder, Portaal. De adviesgroep adviseert op haar beurt het bestuur. Dan vindt er nog drie keer per jaar een algemene ledenvergadering plaats waarin alle volwassen bewoners inspraak hebben. Volgens Hanz komt ongeveer een derde van de bewoners hier opdagen.
Hanz noemt een voorbeeld van een onderwerp dat kan langskomen tijdens zo’n ALV: De vereniging heeft collectief een (groene) energie leverancier, maar nu was één van de appartementen complexen zo slim een ander, goedkoper, contract af te sluiten. Dit is niet volgens de statuten en zodoende niet legaal. Als ieder huis deze beslissing zelf zou willen kunnen maken zouden de statuten bij de notaris moeten worden aangepast, een prijzige onderneming.
Met enige scepsis vertelt Hanz over een groepje bewoners dat bezig is met het onderwerp: sociale cohesie. Deze groep mensen is bijeengekomen om te werken aan meer sociale cohesie in de woongroep. Er wordt redelijk weinig gezamenlijk ondernomen door de gehele woongroep, vinden ook Dirk en Hanz. Eens in de twee weken wordt er een film getoond, zes keer per jaar is er een eetcafé, af en toe is er een tuinfeest en soms wordt er voor de feestdagen iets georganiseerd. Oud en nieuw of sinterklaas worden weleens samen gevierd. Hier wil dit groepje mensen verandering in brengen. Deze activiteiten vinden plaats in de gezamenlijke project ruimte of de gemeenschappelijke tuin.
Potentiële nieuwe bewoners van de Klopvaart kunnen langskomen op een informatiemiddag waar ze zich kunnen inschrijven en worden vervolgens op een wachtlijst geplaatst. Er wordt gestreefd naar een wachtlijst met ongeveer 70 kandidaten. De huizen waarin de kamers vrij komen selecteren op basis van de map met kandidaten op de wachtlijst mensen die ze leuk vinden. De volgende stap is een kennismaking met de huizen waar kamers leegkomen. Er komen gemiddeld 5 nieuwe mensen bij per jaar. Iedere nieuwe bewoner krijgt individueel een huurcontract bij Portaal, dit werkt dus als bij ieder ander huis, maar het principe van zeggenschap werkt anders. In een normaal huurhuis kunnen bewoners immers niet beslissen wie hun nieuwe buren worden en wordt het onderhoud van eventueel gemeenschappelijk groen vaak uitbesteed.
Ik vraag Hanz waarom mensen weggaan bij de Klopvaart, hij noemt twee voorname redenen: De eerste reden is spanning en onvrede met medebewoners, ruzie. De tweede reden die hij noemt heeft te maken met relaties dan wel gezinssamenstelling. Er zijn bewoners die willen gaan samenwonen met hun partner of geen kinderen willen grootbrengen in een woongroep.
Dirk is erg tevreden over zijn beslissing om bij de Klopvaart te gaan wonen. Tijdens zijn reizen door Zuid-Europa en Marokko waar hij vrijwilligerswerk deed bij onder andere woongroepen, zocht hij een plek in Utrecht om gemeenschappelijk en minder passief te wonen doch het studentenhuis te ontsnappen. Rondlopend op de Klopvaart denk ik te zien dat de 5% van de mensen die volgens Hanz te weinig bijdragen niet een té grote stempel drukken op de woongroep. In mijn ogen zien de huizen er ordelijk, gezellig en schoon uit en de tuin is niet te vergelijken met de onkruid- en afgedankte-meubel-tuin in mijn eigen studentenhuis. Een oud-bewoonster in het blaadje de ‘Klopper’ geeft echter te kennen dat ze blij is afscheid te nemen van de tuin vol onkruid waar niet tegen op te wieden valt en lawaaierige buren. Ze gaat nu samenwonen met haar vriend, gewoon met z’n tweeën, in een gewone straat met gezinnen en een aangenaam burencontact.
Op de Klopvaart lijkt er wellicht nog een slag te halen in de gemeenschappelijkheid en organisatie, maar tegelijkertijd biedt de woongroep een leefbare en harmonieuze omgeving. Bij het delen van gemeenschappelijk bezit komt altijd meer kijken, moet er meer water bij de wijn worden gedaan, de Klopvaart biedt haar bewoners echter veel andere voordelen. Dirk en Hanz hebben voorlopig in elk geval geen plannen haar te verlaten.
Alle foto's in deze story zijn gemaakt door Maartje Oostdijk. Bekijk de volledige serie hier.
Dit artikel is gepubliceerd in het (Un)usual Business journal Utrecht Meent Het #2 (september, 2016).