This report is not yet available in English.

In deze tweede sessie stond het thema ‘zorg’ centraal, waarmee we verschillende vormen van zorg(en) en verschillende initiatieven die daar mee bezig zijn wilden samen brengen. Wat zijn hun overkoepelende drijfveren, motivaties, inspiraties en waar lopen ze tegen aan? Waarom is het belangrijk om zorg aan te bieden op een ‘common’ manier en wat voor alternatieven kan dit bieden vergeleken met de zorg die aangeboden wordt door bijvoorbeeld de gemeente?

Om dergelijke vragen bespreekbaar te maken hadden we twee verschillende initiatieven uitgenodigd: ouderparticipatiecrèche De Oase en buurthuis Ubuntuhuis. Beide initiatieven vertelden deze avond over het proces van hun totstandkoming, hun beweegredenen en hoe hun dagelijkse praktijken eruit zien.

How to care together 02, by Coco Duivenvoorde

How to Care Together (december 2015), alle foto's door Coco Duivenvoorde

De Oase

Voor leden van De Oase De Oase 'De Oase' is a communal day-care center ('ouderparticipatiecrèche') for children aged 0 to 4, run by parents. This means that the day-care is run together with and by parents who take care and responsibility in order to create a good, trustworthy, familiar and safe environment ... waren er duidelijke beweegredenen om mee te doen: zich betrokken voelen als ouder bij de opvang van hun kind, een goedkoper alternatief dan een reguliere crèche, het meekrijgen van hoe de opvang van het kind gedaan wordt en met name de gedeelde waarde van alle ouders dat je het beste wilt voor je kind. Daarnaast is het voor hen belangrijk dat ze een gevoel van verantwoordelijkheid delen waarbij niemand de baas is, maar de opvang van de kinderen echt samen gebeurt. In de praktijk betekent dit dat alle betrokken ouders verantwoordelijk zijn voor één dagdeel in de week en daarnaast commissietaken op zich nemen. Ze zijn georganiseerd als een vereniging met leden, houden regelmatig vergaderingen (vaak “lange avonden”), en hebben verschillende commissies die verantwoordelijk zijn voor bijvoorbeeld de tuin of het bestuur. Het nadeel is dat dit vrij intensief is voor de betrokken ouders, de ouders die kwamen vertellen beschreven het dan ook als iets “wat je moet liggen” en dus niet voor iedereen is weggelegd.

Daarnaast is de populariteit van De Oase – en van ouderparticipatiecrèches in het algemeen, zeker met 5 “OPCs” in Utrecht – sterk toegenomen. Met een grotere groep is daarmee ook meer structuur nodig, en in sterkere mate behoefte aan de professionalisering van zowel ouders als van de organisatie. Dit heeft ook geleid tot strengere en sterkere inspectie betreffende de regels die gelden voor kinderopvang. In het geval van De Oase is dit lastig omdat een deel van de ouders geen officiële pedagogische training bezit en omdat een grotere groep het lastiger maakt om zich te houden aan het zogenaamde “vaste gezicht principe”. Om deze redenen zijn in het verleden toeslagen vanuit de gemeente geschrapt. 

Omdat De Oase subsidies en contributies krijgt hoeven de ouders slechts €2,40 per uur te betalen, terwijl dit bedrag normaliter op €6,50 zou liggen. Toch maken de ouders veel kosten die ze in een reguliere opvang niet zouden maken, zoals het meebrengen en aanschaffen van eigen luiers en eten voor de kinderen. Een punt van aandacht blijft het wenbeleid en de vraag of een kind dat voor het eerst komt en moet wennen dat juist met of zonder hun ouder moet doen. Omdat er steeds nieuwe ouders bijkomen, voelt het voor de organisatie en de betrokken ouders af en toe alsof ze het wiel opnieuw uit vinden. Ouders die graag willen meedoen en betrokken willen raken kunnen ook geweigerd worden als toezichthouder en gaan altijd eerst een proefperiode van 2 maanden door, wat de drempel hoger legt voor nieuwe mensen. Daarnaast blijft het een uitdaging om verschillende visies en opvoedingswaarden te combineren omdat verschillende ouders anders denken over en omgaan met het volgen van het kind en diens zelfstandigheid.

Het streven van De Oase van de toekomst is om een eigen plek te krijgen in de wet, en erkend te worden als kinderopvang, omdat de wetten momenteel te strikt zijn voor wat zij doen en teveel regels en restricties voor hen oplevert.

How to care together 05, by Coco Duivenvoorde


Ubuntuhuis

Het Ubuntuhuis Ubuntuhuis The 'Ubuntuhuis' is a small-scale community center, self-organised by and for people who have (had) experience with homelessness, poverty, psychiatry or living without residential papers. There are practical and social activities organized together with volunteers. The 'Ubuntuhuis' foundation was founded in 2011 and is based ... beschrijft zichzelf als een huiskamerproject, en daarmee anders dan een regulier ‘buurthuis’. Ze beschrijven zich als een initiatief voor en door Utrecht: “wij maken Utrecht”. De organisatie focust zich op burgers en burgerschap, met ‘burger’ als politieke term en meer dan een status. Daarmee willen ze de term een positieve connotatie geven en kijken naar welke rechten het uitdragen van burgerschap met zich meebrengt. Hierbij houden ze zich bezig met veel overkoepelende thema’s zoals economie en armoede, daarbij gericht op daklozenzorg en mensen die zich bevinden aan de “rand van de samenleving”. Wie wordt er als burger erkend in Nederland en welke privileges brengt dat met zich mee? Wat voor plek kan er gecreëerd worden voor mensen die niet als burger worden gezien? 

Samen meer mens

Het Ubuntuhuis speelt met deze vragen door zich te profileren als huiskamer en het faciliteren van een plek en sfeer waar mensen zich thuis kunnen voelen door hun ruimte open te stellen en gezamenlijk activiteiten te ondernemen, ontwikkelen en organiseren. De mensen die er komen, en grotendeels ook die er werken, zijn mensen die zelf op straat geleefd hebben of geen verblijfsvergunning hebben. Dit zorgt ervoor dat het bezoekers een andere benadering en gevoel geeft dan de officiële instanties en hulpverlening waar ze normaliter mee in aanraking komen, om hen de andere kant van het “mens zijn” te laten ervaren, zonder problemen of procedures. Daarmee vormt het Ubuntuhuis een klein initiatief dat doelt op grote effecten. Deze worden onder andere gerealiseerd door het aanbieden van Nederlandse les, maaltijden 4 dagen in de week en gezamenlijke lunches, die de bezoekers en medewerkers samen verzorgen en daarmee verantwoordelijkheden delen en samen dragen. Daarnaast werkt het Ubuntuhuis samen met andere initiatieven, bijvoorbeeld voor het organiseren van een voetbaltoernooi, het regelen van kleding en bezoekers opleidingen aan te bieden, bijvoorbeeld om sportleider te worden.

De uitwisseling van kennis en ervaring tussen verschillende groepen mensen staat ook centraal binnen de organisatie van het Ubuntuhuis. Een belangrijk principe is de “duo-functie” dat de dakloze ervaringsdeskundige combineert met ‘professionele’ ervaring uit de hulpverlening. In de toekomst wil het Ubuntuhuis deze twee nog meer integreren door opleidingen aan te bieden voor mensen die langdurige armoede kennen en dit te combineren met conferenties over het onderwerp armoede en het maken van een theaterstuk. Daarbij wordt uitgegaan van het principe van “geven en ontvangen” en te benadrukken dat ‘arme’ mensen ook veel te geven hebben. Hiermee streven ze niet alleen naar meer begrip, maar ook naar meer solidariteit tussen diverse groepen om “samen meer mens” te zijn en meer manieren gemeenschapsdenken te creëren. Een belangrijk onderdeel hierbij is het “Ubuntugesprek”, een gezamenlijke groepswijsheid die het Ubuntuhuis zijn naam heeft gegeven. Hun financiële organisatie blijft een blinde vlek omdat het gemeentelijke geld voor startende projecten de kosten van het Ubuntuhuis niet dekt, zeker omdat het starten van een stichting en zoeken van een bestuur een vaste kracht vereist, en veel energie en tijd vraagt van de mensen die betrokken zijn.

How to care together 07, by Coco Duivenvoorde

Centraal groepsgesprek/overkoepelende thema’s

Het laatste gedeelte van de avond bestond uit een groepsgesprek waarin leden van (Un)usual Business, de sprekers van De Oase en het Ubuntuhuis en de bezoekers van de avond met elkaar in gesprek gingen. 

Een thema wat aan bod kwam was het in aanraking komen met de gemeente en of deze initiatieven willen samenwerken met de gemeente of juist niet. De Oase heeft dit gedaan in hun opstartfase om subsidie en daarmee de inrichting van hun ruimte te kunnen bekostigen. Het Ubuntuhuis gaf aan hier nog niet tegen aan te lopen, maar het wel erg belangrijk vind om mensen anders te benaderen dan veel officiële instanties, zoals de gemeente, doen, omdat zij het belangrijk vinden dat mensen worden erkend als meer dan burger. Iedereen heeft behoefte aan een eigen ruimte en daarbij zelf te kunnen bepalen wanneer ze naar buiten of binnen gaan, waarmee het Ubuntuhuis uitdraagt dat we het in de eerste plaats hebben over mensen, die allemaal een bepaalde behoefte hebben.

In deze context deelden allebei de initiatieven het gevoel dat er in “de politiek” vaak dingen geroepen worden zonder achtergrondkennis, en dat daarom ervaringsdeskundigheid extra belangrijk is. Daarnaast delen ze allebei dat het welbevinden en belang van respectievelijk de bezoeker of het kind voorop moet staan, terwijl nu vaak de nadruk ligt op het verschil tussen reguliere opvang en de manier waarop zij zorg uitdragen vanuit het perspectief van de gemeente. Daarbij kwamen gedeelde vragen op, zoals: wat is onderzoek en wat is aantoonbaar? Wat voor soort kennis en data worden serieus genomen en welke en wiens belangen dienen die?